KORTE INHOUD
Het eerste wat de Nederlandse promovendus Xavier Hackel ziet als hij eind 1988 in Oost-Berlijn aankomt, is een oud Jugendstilhuis. Het verwaarloosde huis en het sombere straatbeeld doen hem terugdenken aan zijn grootvader, die fout was in de oorlog en nadien naar Duitsland is gevlucht. Het zien van het huis is het begin van de twijfel, aan wat echt is en wat niet echt is, aan wat waarheid is en wat illusie.
In het hermetisch afgesloten Oost-Berlijn probeert Xavier erachter te komen waarom het standbeeld van Frederik de Grote teruggeplaatst is naar een prominente plek. Zelf ziet de jonge historicus hierin een eerste teken van toenadering tot het Westen, een hypothese die hem niet in dank wordt afgenomen. Het duurt niet lang voor hij merkt dat de autoriteiten zijn onderzoek nauwlettend in de gaten houden. Hij krijgt het gevoel dat elke stap die hij zet geregistreerd wordt. Kan hij zijn huisgenoot Emile nog wel vertrouwen? Werkt zijn prille geliefde Ilse niet heimelijk voor de Stasi?
De schreeuw van de vlinder is een politiek-psychologische roman. Tegen het decor van een staat waarin het wantrouwen regeert, proberen de personages hun vrijheidsidealen te verwezenlijken. Hierbij overschrijden ze grenzen zonder acht te slaan op de consequenties, voor zichzelf en voor anderen.
RECENSIES
GESCHREVEN DOOR NEL SNATERSE
Een boek wat ik met erg veel plezier gelezen heb. De schrijver heeft een sierlijke stijl van schrijven en een erg mooi woordgebruik. Je voelt de stress van het niemand kunnen/durfen vertrouwen en het gevoel dat de Stasi overal meekijkt. En als Xavier dat uiteindelijk toch doet komt hij daar wat naïef in over, maar hij roept wel sympathie op. Die sympathie word voor mij minder als Xavier tegen het einde van het boek zijn woede laat gaan en (in mijn ogen) overgaat tot zinloos geweld. Ook het slot van het boek vind ik niet zo geweldig, het had meer uitgeschreven mogen worden en was misschien iets te fantasievol. En toch zou ik het iedereen aanraden, het boek heeft mij een paar fijne uren bezorgd en dat gun ik andere ook toe
GESCHREVEN DOOR LEEN TANT
Op de facebookpagina “boekenfans” las ik bovenstaande beschrijving van het boek “De schreeuw van de vlinder” van Jan Herman Brinks. Het onderwerp van het boek (Oost-Berlijn – Berlijnse muur) sprak mij aan en ik ben dan ook met veel enthousiasme aan dit boek begonnen.
De eerste zinnen (Tegenover hem zat een jonge vrouw met onvaste gelaatslijnen. Ze was almaar in de weer met het troosten van haar dreinerig zoontje, een larfachtig wezen wiens bolle, blond omlokte gezicht schuil ging achter een monumentale pruillip die zich uit het peuterspek had losgemaakt.) en eigenlijk de eerste pagina’s vielen echter tegen. Ik vond dat er nogal vreemde, lange, moeilijke zinnen gebruikt werden en zag er na de eerste pagina tegenop om verder te lezen.
Eens het hoofdpersonage Xavier in Oost-Berlijn aankomt en daar kennismaakt met de reisleidster Ilse en een relatie met haar begint, vlot het verhaal echter wel en wordt het spannend.
In het tweede deel van het boek krijgt het verhaal een verrassende wending.
Het slot van het boek vond ik eerst een beetje ontgoochelend, maar na het nog eens opnieuw te lezen en te laten bezinken beviel het mij beter.
Wel jammer dat er geen vertaling staat bij de Duitse zinnen.
Doorheen het boek wordt de invloed van de scheiding tussen Oost en West-Berlijn op het leven van de inwoners (Ossies en Wessies) mooi beschreven. Ik herken hierin de verhalen die mijn ex-jaargenoten vertelden na een studiereis naar Berlijn in 1988. Ik kon toen niet mee door familiale omstandigheden en heb daar nog steeds spijt van aangezien dit een unieke (laatste) kans was om het Oost-Berlijn van voor de val van de muur te bezoeken. Door het lezen van dit boek ontstond bij mij het idee om in de nabije toekomst eens een citytrip naar Berlijn te plannen.
Ondanks dat ik het boek met gemengde gevoelens gelezen heb, vind ik het boek zeker een aanrader.
GESCHREVEN DOOR CHRISTEL GORIS
In het hermetisch afgesloten Oost-Berlijn probeert Xavier erachter te komen waarom het standbeeld van Frederik de Grote teruggeplaatst is naar een prominente plek. Zelf ziet hij hierin een eerste teken van toenadering tot het Westen, een hypothese die hem niet in dank wordt afgenomen. Het duurt niet lang voor hij merkt dat de autoriteiten zijn onderzoek nauwlettend in de gaten houden. Hij krijgt het gevoel dat elke stap die hij zet geregistreerd wordt.
Het verhaal las niet echt vlot, door het bloemrijke taalgebruik van de schrijver. Maar door zijn oog voor detail werd je wel ondergedompeld in een mistroostig Oost-Berlijn, alsof je zelf uit die trein stapte. De schrijver speelt met de grenzen van waarheid en illusie, niets is wat het zou moeten zijn. Als Xavier verliefd wordt op Ilse, weet hij niet of zij wel te vertrouwen is. En als zij op een dag spoorloos verdwijnt, slaan bij hem de stoppen door. Vanaf het tweede deel komt er vaart in het verhaal. Xavier lijkt op de dool en wil koste wat kost zijn Ilse terugvinden.
Ik vond het met momenten te surrealistisch, maar dat was Oost-Berlijn misschien ook wel. En het einde van het verhaal roept bij mij nog vele vragen op.